Terugblik tweede gesprekscirkel ‘Als het schuurt tussen leefwereld en systeemwereld’

Op donderdagmiddag 20 januari organiseerde A+O fonds Rijk voor de tweede maal een (digitale) gesprekscirkel met als thema ‘Als het schuurt tussen leefwereld en systeemwereld’. Ook deze keer weer onder deskundige leiding van Reinout Woittiez, schrijver van het gelijknamige boek. Daarbij kreeg hij ondersteuning van Madelon van de Berne, coauteur en consultant bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Het doel van de middag? Zelf ervaren hoe je op onderzoekende wijze een dialoog voert over het ongemak dat ontstaat wanneer het schuurt tussen leefwereld en systeemwereld.

De dynamiek tussen leefwereld en systeemwereld

Net als tijdens de eerste gesprekscirkel op 10 november geeft Reinout een korte introductie over de dynamiek tussen leefwereld en systeemwereld. Hij vertelt: ‘Om onze leefwereld leefbaar te houden, zijn er talloze afspraken, regels en systemen. Denk aan het alfabet, ons metrisch stelsel, het schoolsysteem, de verkeersregels en onze democratie. Prachtig natuurlijk, maar wat gebeurt er als deze rechtlijnige systeemwereld niet voldoende aansluit bij de rommelige werkelijkheid?’ Om deze schuring beter te duiden verwijst Reinout naar de theorieën van Charles Darwin, Hannah Arendt en Jürgen Habermas. Zo laat Darwin zien dat bij de wetmatigheden van de natuur alles draait om effectiviteit en efficiëntie. Er is geen ruimte voor morele dilemma’s. Daar tegenover staat de filosofie van Hannah Arendt. Zij roept de mens juist op om zelf de regie te nemen en daarover verantwoording af te leggen. Volgens Arendt is het goede willen doen juist essentieel in een wereld die meer en meer gedomineerd raakt door systemen. Iets wat de Duitse filosoof en socioloog Jürgen Habermas vele jaren geleden al voorzien had. Hij noemt het ‘de kolonisatie van de leefwereld door de systeemwereld’. Reinout: ‘Het kan niet anders dan dat dat schuurt. De uitdaging is om dat onder ogen te zien en hierover op onderzoekende wijze met elkaar in gesprek te gaan.’

De casus: de juiste zorg voor een kind

Dat gesprek voeren we deze middag aan de hand van een casus die is aangedragen door een medewerker van de Raad van de Kinderbescherming. Deze casus gaat over een ongeboren baby en een moeder met een lichtverstandelijke beperking. De moeder woont in een huis samen met diverse familieleden, die allen een lichtverstandelijke beperking hebben. Omdat er zorgen waren over het vermogen van de moeder om voor haar kind te zorgen, werd een onderzoek ingesteld. De medewerker van de Raad van de Kinderbescherming vertelt: ‘Ik heb gesproken met de moeder, de familie en andere betrokkenen, waaronder zorgverleners. Mijn bevindingen en het bijbehorende dossier vormden de basis voor een multidisciplinair overleg, dat naast mijzelf bestond uit een juridisch deskundige en een gedragsdeskundige. Het doel van dit overleg was het uitbrengen van een gezamenlijk advies. Op basis van mijn bevindingen zag ik goede mogelijkheden om moeder en kind, met de juiste hulp en ondersteuning, bij elkaar te houden. De twee deskundigen besloten echter anders. Zij konden niet instaan voor de veiligheid van het kind.’

Het sleutelmoment: het ongemak uitspreken

Reinout vraagt: ‘Wat was voor jou het sleutelmoment?’ De medewerker vertelt: ‘Op het moment dat de andere twee tijdens het overleg aangeven dat zij niet voor de veiligheid van de baby kunnen instaan, vraag je jezelf af: ga ik daar nu in mijn eentje tegenin? En zo ja, welk risico neem ik dan?’ Reinout: ‘Welke actie had je willen ondernemen?’ ‘Ik had me graag meer willen uitspreken om het kind een kans te geven bij de moeder op te groeien.’ De deelnemers aan de gesprekscirkel krijgen kort de gelegenheid om aanvullende vragen te stellen. Iemand vraagt: ‘Wat zijn de criteria voor uitbrengen van het advies?’ Het antwoord luidt dat deze in gezamenlijk overleg bepaald worden. Een andere deelnemer wil graag weten wat de rol van de medewerker is binnen het overleg. Daarop vertelt de medewerker: ‘Ik zit het overleg voor en ik neem mijn professionele kennis en ervaring als raadsonderzoeker mee.’ Tot slot is er nog een vraag over de kennis van de twee deskundigen. De medewerker legt uit dat zij zich baseren op het dossier.

Zelf aan de slag met de actiedialoog

Het is tijd voor de perspectiefwissel. Reinout en Madelon verdelen de deelnemers in twee groepen om zo in een vertrouwelijke setting te oefenen met de actiedialoog. De vraag die centraal staat: Wat zou jij doen in deze situatie en welke waarden spelen daarbij een rol?

Gelijkwaardigheid en professionaliteit

De deelnemers in de groep van Reinout vinden vooral gelijkwaardigheid, respect voor het minderheidsperspectief en het geven van meer professionele lading aan de systeemwereld belangrijk. Een van hen merkt op: ‘Het doel is om samen tot een zo goed mogelijk advies te komen. Daarbij moet je je sterk kunnen maken voor je eigen visie, ook als dit een andere is dan die van de meerderheid.’ Dit sluit aan bij de opvatting van een andere deelnemer, zij zegt: ‘In zo’n gevoelige situatie mag er geen sprake zijn van een twee-tegen-een-machtsverhouding. Ik zou ervoor pleiten om alle argumenten, inzichten en belangen vanuit een gevoel van gelijkwaardigheid met elkaar te bespreken. Een derde deelnemer vult aan: ‘Alleen de raadsonderzoeker kent de werkelijke situatie. De twee deskundigen beoordelen de zaak vanaf papier. Daarom zou ik het gesprek willen aangaan over de criteria waarop zij hun advies baseren. Zodat ik vanuit mijn eigen professionaliteit en ervaring daarop kan reageren. Komen we er dan nog niet uit? Dan ga ik niet mee in het advies en deel ik mijn eigen bevindingen met de rechtbank.’ De waarden die bij deze dialoog naar voren komen hebben enerzijds betrekking op de zorgvuldigheid van het proces en anderzijds op de kwaliteit van leven voor het kind.

Leefwereld boven systeemwereld

In de groep van Madelon benoemt een van de deelnemers het gevoel dat de professionele blik van de medewerker te snel is weggezet door de anderen. Ook zegt iemand: ‘In de eerste plaats zou ik willen vaststellen wat we verstaan onder veiligheid. Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om in dit specifieke geval te kunnen spreken van een veilige situatie?’ Een andere deelnemer vult aan: ‘Vervolgens kun je samen onderzoeken of er een mogelijkheid bestaat om de veiligheid te garanderen terwijl het kind toch bij de moeder blijft. Zo ga je niet voorbij aan de bezwaren en probeer je tegelijkertijd samen tot een consensus te komen.’ Vooral het gegeven dat de twee deskundigen enkel op basis van dossierkennis tot een advies komen om moeder en kind te scheiden, stuit bij de deelnemers op onbegrip. ‘Als je tot zo’n ingrijpend besluit komt, dan moeten daar zwaarwegende argumenten voor zijn’, merkt iemand op. ‘Ik zou in dat geval pleiten voor een extra huisbezoek in bijzijn van de gedragsdeskundige, zodat degene de situatie zelf kan beoordelen.’ De deelnemers zijn van mening dat juist bij een dergelijke casus de leefwereld en het belang van de moeder-kindrelatie boven de systeemwereld moeten staan.

Conclusie: toon moed en vertrouw op je morele kompas

Na afloop van de groepsgesprekken delen Reinout en Madelon de grote lijnen uit beide dialogen. Hierbij valt op dat gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid en de hechting tussen moeder en kind veelgenoemde waarden zijn. Tot slot vraagt Madelon of de medewerker die deze casus heeft aangedragen wil reageren. Deze persoon laat weten: ‘Er zijn mooie opvattingen en invalshoeken naar voren gekomen vanmiddag. Uiteindelijk is de baby door de rechter na vier weken toch bij de moeder geplaatst en dit gaat nog steeds goed. Een uitkomst waar ik erg tevreden mee ben. Het heeft mij gesterkt in het vertrouwen in mijn eigen deskundigheid. Inmiddels heb ik meer durf gekregen om mijn professionele ervaring zwaarder te laten gelden. Dit gaat niet vanzelf. Het vraagt moed om in actie te komen als je merkt dat het schuurt tussen de leefwereld en systeemwereld.’ Reinout eindigt deze gesprekscirkel met de woorden dat het juist binnen de context van een nogal dominante systeemwereld belangrijk is te blijven vertrouwen op je eigen morele kompas.

Aanmelden derde gesprekscirkel

Wil je deelnemen aan de derde gesprekscirkel? Meld je aan om op de hoogte te blijven.