Rijkswaterstaat biedt maatwerk bij social return

De Rijksoverheid zet haar inkoopkracht in om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan duurzaam werk te helpen. Sinds 2011 werkt het Rijk met social return on investment (SROI). Het Rijksbeleid is dat leveranciers bij grote opdrachten verplicht zijn om een bepaald deel van het werk te laten uitvoeren door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Rijkswaterstaat (RWS) doet dit op geheel eigen wijze en levert maatwerk.

‘Waar het om gaat is dat je mensen in hun kracht zet. Daar geloof ik in.’

Duurzame inzetbaarheid

Ingeborg van der Vorm is strategisch contractmanager van de categorie Duurzame Inzetbaarheid en Mobiliteit bij RWS en werkte in het verleden als zelfstandige aan het thema duurzame inzetbaarheid. ‘We weten dat we de bronnen in de natuur niet mogen uitputten, maar bij mensen is dat ook zo. Zij moeten energie krijgen en/of behouden van het werk dat ze doen en niet worden ontkracht. Je ziet over het algemeen dat er veel geld en aandacht wordt gestopt in re-integratie als werknemers ziek zijn geworden door het werk. Ik wil juist aan de voorkant investeren. Mensen bewust maken van de krachten en talenten die ze hebben. Waar het om gaat is dat je mensen in hun kracht zet. Daar geloof ik in. Zo is ook social return op mijn pad gekomen.’

Groeituin Social Return

Op 21 januari 2019 gaf Van der Vorm een presentatie aan haar collega’s van RWS over SROI. Het doel hiervan was om collega’s te informeren over een nieuw beleid van de Rijksoverheid, genaamd Maatwerk voor Mensen (zie kader). De ervaring leerde dat het inkoopinstrument (SROI) ingewikkeld is en niet altijd effectief werkte. ‘Ik merkte dat collega’s enthousiast waren over Maatwerk voor Mensen. Dit is een niet gestandaardiseerde, maar vormvrije manier van werken. Twee collega’s sloten zich bij me aan en zo ontstond de groeituin Social Return. Na een tweede presentatie op 18 juni werd de groeituin uitgebreid en werden de krachten van inkoop en HR gebundeld’, zegt Van der Vorm.

Portretfoto van Ingeborg van der Vorm

Maatwerk voor mensen

Het Rijk zet sinds 1 januari 2018 de aanpak Maatwerk voor Mensen in om meer werkgelegenheid te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Binnen Maatwerk voor Mensen worden social return en de wet Banenafspraak in samenhang gezien. Inkoop- en Personeelsbeleid werken nauw samen om de juiste randvoorwaarden te creëren voor deze mensen. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn bijvoorbeeld: schoolverlaters, ex-topsporters, arbeidsbeperkten en mensen met een migratieachtergrond.

In proeftuinen verkent het Rijk samen met leveranciers welke toepassingsvormen maximale maatschappelijke meerwaarde creëren. Dat kan zijn door (tijdelijke) banen, opleidingen, werkervaringsplekken en stages bij de leveranciers of de Rijksoverheid. Maatwerk en doelmatigheid staan hierbij centraal. Kortom, geen social return meer als opdracht van de Rijksoverheid aan het bedrijfsleven, maar als gezamenlijke inspanning vanuit de vraag: hoe helpen we mensen aan duurzaam werk?

Sociale innovatie

De groeituin Social Return is een andere manier van werken, een sociale innovatie, waarbij de ontwikkeling en duurzame plaatsing van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt centraal staat. Dat doet het team van Van der Vorm door enthousiasme, kennis, ervaring en netwerk te bundelen. ‘De groeituin wordt gevormd door mensen uit verschillende teams binnen RWS. Dat betekent dat we allemaal een andere kijk hebben op het geven van invulling aan maatwerk voor mensen. Daarmee verrijken we elkaar en kunnen we impact realiseren. Belangrijk is dat we elkaar begrijpen en respecteren. Dat begint met het creëren van het bewustzijn dat er verschillen zijn en met het inleven in de denkbeelden en opvattingen van de andere werkvelden. Vaak blijkt dat een verschillende kijk op de wereld juist prikkelt om nieuwe kansen te ontdekken en oplossingen te bedenken voor vragen die in de organisatie leven.’

Van der Vorm wordt op het onderwerp sociale innovatie gestimuleerd door de definitiekaart van het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie (NCSI). Volgens het NCSI is sociale innovatie: ‘een  vernieuwing in de arbeidsorganisatie en in arbeidsrelaties die leidt tot verbeterde prestaties van de organisatie en ontplooiing van talenten.’

‘In onze groeituin verzamelen we een netwerk aan leveranciers met een social returnafspraak, die allen vanuit de eigen competentie op hun eigen manier bijdragen aan de ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, met als einddoel duurzame plaatsing.’

De groeituin Social Return bij RWS is een doorontwikkeling van de zogenaamde proeftuin. ‘In een proeftuin leveren hoofdzakelijk één opdrachtgever en één opdrachtnemer samen een bijdrage aan sociale impact. In onze groeituin verzamelen we een netwerk aan leveranciers met een social returnafspraak, die allen vanuit de eigen competentie op hun eigen manier bijdragen aan de ontwikkeling van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, met als einddoel duurzame plaatsing’, legt Van der Vorm uit.

‘Door te werken met interventies zetten we niet alleen de kandidaat, maar ook de leverancier in zijn kracht.’

Interventies

De bijdrage van een leverancier is in de vorm van één of meerdere interventies. Deze interventies hebben (oriëntatie op) verandering, arbeidsmarktoriëntatie en arbeidsmarktbemiddeling als doel. ‘Door te werken met interventies zetten we niet alleen de kandidaat, maar ook de leverancier in zijn kracht. We vragen aan de leverancier: Wat draagt jouw interventie bij aan de ontwikkeling of de duurzame plaatsing van een kandidaat? We hebben bijvoorbeeld een leverancier gecontracteerd die goed is in het schijven van vacatureteksten en de Nederlandse taal. Hij kan de kandidaat bijvoorbeeld helpen met een workshop Nederlands of het upgraden van zijn LinkedIn-profiel. Een andere leverancier maakt maakwerkopleidingen. Hij kan de kandidaat ondersteunen bij om- of bijscholing.’

Van der Vorm hoopt dat door deze manier van werken de kandidaat merkt dat hij op maat geholpen wordt. ‘De kandidaat krijgt maatwerk op basis van wat hij nodig heeft. Er ligt geen standaard werkwijze op de plank, met een intake, test, samenvatting, etc. De kandidaat heeft behoefte aan iets en dat leveren we door middel van een menukaart met interventies.’

 

Dit artikel is eerder gepubliceerd in het online magazine VindingRijk, editie december 2019