De toenemende digitalisering en automatisering heeft een grote en blijvende impact op het werk van rijksmedewerkers die op dagelijkse basis aan de slag moeten met deze technologische innovaties. Hoe gaan werknemers om met de invoering van een nieuwe technologie? Om hier onderzoek naar te doen is A+O fonds Rijk begonnen met De Technologie Monitor. De Technologie Monitor is een online instrument dat kan worden ingevuld door alle rijksmedewerkers die te maken hebben gehad met de invoering van een nieuwe technologie. In dit artikel lees je meer over de effecten die die invoering heeft op de werkbeleving van de deelnemers.
Het doel van de technologie monitor is om rijksmedewerkers meer inzicht te geven in hoe hun werk en werkomgeving veranderd is na de implementatie van een nieuwe technologie. Deze vragenlijsten zijn geanalyseerd via een data-analyse.
De deelnemers aan het onderzoek rapporteren dat ze veel technologische veranderingen ervaren in de periode januari 2021 tot april 2023. Bij een kwart van de deelnemers is dat beperkt gebleven tot hybride werken, videobellen of digitaal vergaderen, maar bij ruim de helft van de deelnemers gaat het om de introductie van andere of meerdere technologieën, die vaak een ingrijpender invloed hebben op de aard van het werk. Dan gaat het om bijvoorbeeld nieuwe software (zoals ERP of CRM), SharePoint, procesautomatisering, datascience en gebruik van AI (kunstmatige intelligentie).
Thema’s in De Technologie Monitor
Centrale thema’s in De Technologie Monitor zijn de analyse van verschillende belangrijke taakeisen en hulpbronnen na de realisatie van een nieuwe technologie, en belangrijke indicatoren van het welzijn op het werk (e.g., betekenisvol werk, bevlogenheid, burn-out, baanzekerheid en inzetbaarheid).
De kwaliteit van het werk bestaat in de combinatie van taakeisen en hulpbronnen. Taakeisen zijn de taken die een medewerker moet uitvoeren, inclusief de daarbij gestelde eisen. Bij hulpbronnen gaat het over zaken als ervaren autonomie, taakvariatie, sociale steun, goede feedback en inspirerend leiderschap. Voor werkplezier is het belangrijk dat de taakeisen uitdagend en de hulpbronnen voldoende zijn. Hoe ervaren werknemers de taakeisen, de hulpbronnen, het welzijn op het werk en in hoeverre hebben zij er vertrouwen in dat zij met nieuwe technologie kunnen omgaan? En hoe hangen veranderingen in taakeisen en hulpbronnen door nieuwe technologie samen met welzijn op het werk?
Redelijk veel autonomie en goede sociale relaties
Wat betreft de hulpbronnen zien we dat de autonomie, taakvariatie en sociale steun bovengemiddeld scoren. De meeste deelnemers ervaren dus redelijk hoge autonomie en variatie in hun werk en zijn tevreden over de sociale relaties op het werk. Verder vinden deelnemers het leiderschap van hun leidinggevende redelijk goed. Wel zijn ze het vaker oneens dan eens met stellingen dat ze veel feedback krijgen op het werk.
‘Voorkom dat de taakeisen van rijksmedewerkers toenemen’
De volgende leerpunten kwamen uit de data-analyse van De Technologie Monitor:
- Hoe nieuwer de technologie, hoe complexer het werk, is de ervaring: werken met nieuwe technologie betekent voor een groot deel van de rijksambtenaren dat ze hogere taakeisen gaan ervaren. Het gaat hier met name over een hogere complexiteit van het werk, meer informatieverwerking, hogere werkdruk en hogere mentale belasting.
- De hulpbronnen autonomie en taakvariatie nemen niet in dezelfde mate toe. Maar het is heel belangrijk dat rijksambtenaren voldoende hulpbronnen hebben en houden. Als technologische veranderingen leiden tot een toename van autonomie en taakvariatie, draagt dat bij aan een hoger welzijn op het werk. Een afname van deze hulpbronnen ligt echter op de loer, en dit kan het welzijn van rijksambtenaren benadelen.
- Belangrijk dat taakeisen niet toenemen: het is van belang om bij de introductie van nieuwe technologie te voorkomen dat de taakeisen van rijksambtenaren toenemen, vooral indien de hulpbronnen gelijk blijven of zelfs minder worden.
- Het is van belang om oog te hebben voor oudere werknemers (55 jaar en ouder): zij rapporteren het vaakst een toename van de complexiteit van het werk en een afname van de ervaren autonomie.
- De mate waarin rijksambtenaren erop vertrouwen dat zij met nieuwe technologie kunnen werken, draagt bij aan een hogere inzetbaarheid, minder burn-outklachten en lagere baanonzekerheid. Aandacht voor scholing en training om te leren werken met nieuwe technologie is daarom belangrijk.
- Sociale relaties zijn van groot belang voor het welzijn op het werk van rijksambtenaren. Daarom moet er ook bij technologische innovatie aandacht zijn voor de mogelijkheid om betekenisvolle relaties met collega’s te onderhouden. Dit is een belangrijke conclusie, omdat door het hybride werken het mogelijk lastiger is om relaties aan te gaan en te onderhouden met collega’s.
Taakeisen en hulpbronnen hangen samen met welzijn
Het onderzoek laat zien dat de taakeisen en hulpbronnen sterk samenhangen met het welzijn van rijksambtenaren. Dit geldt vooral voor de mate waarin het werk als betekenisvol wordt ervaren, de bevlogenheid, de werktevredenheid en ervaren burn-outklachten. Daarbij is vooral sociale steun van belang, waarbij werknemers de kans hebben om mensen op het werk te ontmoeten en beter te leren kennen. Het is daarbij ook belangrijk dat die collega’s persoonlijke belangstelling voor je hebben. Nieuwe technologie verhoogt de taakeisen van de rijksambtenaren voor een behoorlijk deel, en dat wordt als belastend ervaren. Toegenomen taakeisen door nieuwe technologie dragen bij aan lagere werktevredenheid en meer burn-outklachten.
Introduceer nieuwe technologie met betrokkenheid
Het is dus van groot belang om bij de introductie van nieuwe technologie de toename van taakeisen te beperken en er vooral voor te zorgen dat hulpbronnen zoals autonomie en taakvariatie – de energiegevers – blijven worden ervaren. Wanneer nieuwe technologie met zorg en aandacht voor de bijbehorende veranderingen in het werk van rijksambtenaren wordt geïntroduceerd, kan deze worden beschouwd als een waardevolle hulpbron – precies zoals aanvankelijk bedoeld was. Dit gebeurt echter niet vanzelf. Het op een goede, laagdrempelige manier introduceren van nieuwe technologie vereist inzet en betrokkenheid. Zo blijven werknemers uiteindelijk met enthousiasme kwalitatief werk doen.
Meer informatie
Interesse in toelichting op het onderzoek, bijvoorbeeld in de vorm van een presentatie? Neem dan contact op met projectleider Marianne Wendt via info@aofondsrijk.nl.