Het coronavirus (SARS-CoV-2) veroorzaakt de ziekte COVID-19. De klachten lijken in het begin vaak op een verkoudheid. In het bijzonder mensen die behoren tot de risicogroepen hebben een grotere kans op ernstige complicaties bij COVID-19.
De overheid zorgt met de Arbeidsomstandighedenwet voor voorschriften. De wet geeft werkgevers en werknemers door middel van het opmaken van een Arbocatalogus ruimte om zelf invulling te geven aan de wijze waarop ze binnen hun sector aan de wet willen voldoen. Het voordeel hiervan is dat in ondernemingen en organisaties arbobeleid kan worden gevoerd dat aan de specifieke sectorkenmerken is aangepast.
De Arbocatalogus biedt uniforme afspraken waar ministeries zich aan dienen te houden en tegelijk ruimte bieden die recht doet aan de verschillen tussen organisatieonderdelen, de aard van de werkzaamheden en de diversiteit aan huisvesting.
Om invulling te geven aan artikel 3 van de Arbowet “De werkgever zorgt voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten en voert daartoe een beleid dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden” is een Arbocatalogus COVID-19 in kantoren Rijksoverheid opgemaakt.
Voor de afbakening van de Rijksdienst is aangesloten bij de CAO Rijk. Daarmee is de Arbocatalogus van toepassing op de werkgevers die vallen onder de sector Rijk (zie bijlage 1). Deze Arbocatalogus is niet van toepassing op het Defensie- apparaat en op ZBO’s met eigen rechtspersoonlijkheid.
Het maken van sectorbrede afspraken voor preventieve maatregelen om blootstelling en besmetting ten gevolge van het virus (SARS-CoV-2) dat de ziekte COVID-19 veroorzaakt zo veel mogelijk te voorkomen bij het werken in kantoren.
Hierdoor wordt een veilige werkplek gerealiseerd. Om dit te bereiken moeten maatregelen worden getroffen en geïmplementeerd worden.
Onder kantoren wordt verstaan de panden waar hoofdzakelijk administratief (beeldscherm)werk wordt uitgevoerd zoals aangegeven op het overzicht panden die in het beheer zijn bij het Rijksvastgoedbedrijf. (zie bijlage 2)
Naast kantoren beschikt de Rijksdienst ook over een groot aantal bijzondere gebouwen, zogenaamde specialties, waaronder gevangenissen, laboratoria en bijzondere objecten van Rijkswaterstaat. In de meeste van deze specialties vinden vitale processen plaats. Departementen zijn verantwoordelijk voor maatregelen ten aanzien van de specialties.
De specialties vallen buiten de context van deze Arbocatalogus.
Wel kan deze Arbocatalogus als inspiratiebron gebruikt worden bij het nemen van preventieve maatregelen in specialty gebouwen.
De kennis omtrent COVID-19 en de daarbij behorende maatregelen is aan verandering onderhevig. In de Arbocatalogus wordt daarom op meerdere plaatsen verwezen naar de actuele informatie via een link.
Bij wezenlijke veranderingen zal de Arbocatalogus aangepast worden naar actueel beleid en opnieuw ter instemming voorgelegd worden.
De Arbocatalogus is na instemming binnen de sector Rijk en het Sector Overleg Rijk, toetsing door I-SZW en plaatsing in de Staatscourant vindbaar via het Rijksportaal of rechtstreeks op de site van het A+O fonds Rijk.
Indien er wordt afgeweken van de maatregelen die in deze Arbocatalogus aangegeven zijn dan moeten de afwijkende maatregelen minimaal hetzelfde beschermingsniveau bieden op basis van de algemene basismaatregelen en de arbeidshygiënische strategie.
Symptomen
Het coronavirus SARS-CoV-2 veroorzaakt de ziekte COVID-19. De klachten lijken in het begin vaak op een verkoudheid.
Veel voorkomende symptomen bij COVID-19 zijn:
Actuele informatie is te vinden op de website van het RIVM.
Wijze van overbrengen:
Nadere informatie over verspreiding van het virus is te vinden op de RIVM-site.
De werkgever heeft de verplichting om ongezonde en onveilige situaties zoals bijvoorbeeld besmetting met COVID-19 te voorkomen, vermijden of de gevolgen te beperken. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in artikel 3 (de werkgever draagt zorg voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers) en artikel 5 (inventarisatie en evaluatie van risico’s) van de Arbowet. In artikel 8 van de Arbowet is de voorlichting, onderricht en het toezicht opgenomen.
Daarnaast heeft de medewerker de verplichting om in zijn doen en laten op de arbeidsplaats overeenkomstig zijn opleiding en door de werkgever gegeven instructies, naar vermogen zorg te dragen voor zijn veiligheid en gezondheid en die van anderen. Deze verplichtingen zijn vastgelegd in artikel 11 van de Arbowet.
Het is van belang dat de gemaakte afspraken over het gebruik van kantoren strikt worden nageleefd. Van gebruikers van de kantoorpanden wordt verwacht dat zij elkaar ondersteunen in het uitvoeren van de maatregelen. De pand gebonden (concern)dienstverleners hebben een monitorings- en signaleringsfunctie. Bij signaleringen van onveilig gedrag en afwijkingen van gemaakte afspraken wordt dit direct gemeld en besproken met de voor het desbetreffende onderdeel aangewezen Corona verantwoordelijke (zie bijlage 3 Toetsingskader) en worden in onderling overleg maatregelen getroffen.
De Rijksdienst biedt een gezonde en veilige werkomgeving voor haar medewerkers met extra aandacht voor medewerkers met een kwetsbare gezondheid en andere groepen die extra nadelige effecten van de Corona-pandemie ondervinden (Arbowet art 3.1).
Algemene maatregelen die gelden om verspreiding van het virus te voorkomen:
Bij het treffen van maatregelen om verspreiding van het virus te voorkomen wordt, naast de algemene maatregelen (zie hoofdstuk 3) uitgegaan van de Arbeidshygiënische strategie.
De arbeidshygiënische strategie (Arbobesluit, art. 4.4,) houdt in dat je de beheersmaatregelen volgens een hiërarchische volgorde toepast
De volgordelijke stappen van de arbeidshygiënische strategie zijn:
De werkgever moet eerst de mogelijkheden op een hoger niveau onderzoeken, voordat besloten wordt tot maatregelen op een lager niveau. Hierbij geldt het redelijkerwijs-principe: de werkgever mag alleen maatregelen op een lager niveau nemen als daar goede redenen voor zijn (technische, uitvoerende of economische redenen).
De werkgever heeft de wettelijke verplichting verspreiding van het coronavirus zoveel als mogelijk op de kantoorwerkplek te voorkomen en daartoe een beleid te voeren.
Aanvullende maatregelen:
Het protocol voor de Rijksdienst (zie bijlage 4) wordt hierbij als leidraad gebruikt. De maatregelen die genoemd staan in het pandplan en/of protocol maken deel uit van het Plan van aanpak RI&E en dienen periodiek geactualiseerd te worden als de daarmee opgedane ervaring, gewijzigde werkmethoden of werkomstandigheden of de stand van de wetenschap, politieke besluitvorming en professionele dienstverlening daartoe aanleiding geven.
De totale benutbare capaciteit van kantoren zal sterk afnemen indien afstandmaatregelen worden ingevoerd. De precieze afname van de capaciteit verschilt per pand en is onder meer afhankelijk van de indeling van de kantoorwerkgebieden, de vormgeving en omvang van decentrale ondersteunende ruimtes en de maximale (doorstroom)capaciteit van liften, trappen, tourniquets, doorgangen, en het gebruik van de zitcapaciteit in de overleg- en vergaderzalen. Met name bij panden waar sprake is van hoogbouw (gebruik liften), bureaus relatief dicht op elkaar staan of gangen relatief smal zijn neemt de capaciteit sterk af.
In het pandplan /protocol moet beschreven zijn:
Maatregelen
Het werk is zo georganiseerd de voorgeschreven afstand dan wel gewenste afstand mogelijk is.
Maatregelen
Maatregelen
De BHV-organisatie is afgestemd op het COVID-19 besmettingsrisico (inclusief ontruiming).
Maatregelen
De goederenontvangst/expeditie vormt een aandachtsgebied omdat daar regelmatig leveranciers binnen komen.
Maatregelen
Maatregelen
De schoonmaakorganisatie werkt volgens het door het RIVM opgestelde protocol. De contractuele afspraken voor het betreffende pand worden aangehouden waarbij rekening wordt gehouden met de bijzondere omstandigheid van COVID-19. Denk hierbij aan verminderde schoonmaak op verdiepingen waar geen activiteiten plaatsvinden en intensivering van schoonmaak daar waar de grote logistieke stromen van bewoners plaatsvindt. Hierover vindt periodiek afstemming plaatst tussen de Concern dienstverlener en de schoonmaakorganisatie.
Maatregel gebruiker
Maatregel werkgever
De Rijksoverheid biedt een gezonde en aanvaardbaar veilige werkomgeving voor haar medewerkers met extra aandacht voor medewerkers met een kwetsbare gezondheid (Arbowet art 3 lid 1). Hiervoor wordt de RIVM risicogroep classificatie toegepast.
De bedrijfsarts geeft advies over de hoog-risicogroepen (vastgesteld door RIVM) bij vragen over de inzetbaarheid. Bij medische vragen en over COVID-19 in het bijzonder, kunnen medewerkers gebruik maken van het arbeidsomstandighedenspreekuur van de bedrijfsarts.
Daarnaast biedt de bedrijfsarts ondersteuning bij re-integratietrajecten.Ervaar je gezondheidsklachten of zijn er zorgen over de gezondheid, neem dan contact op met de bedrijfsarts.
Zwanger
De Arbowet verplicht werkgevers om blootstelling aan ziekmakende agentia bij werknemers te voorkomen. En ‘daar waar de werknemer gevoeliger is voor nadelige effecten op de gezondheid dient aanvullende bescherming te worden geboden’. De Arbowet eist van werkgevers dat zij extra aandacht besteden aan zwangere vrouwen met het oog op beroeps gebonden gezondheidsrisico’s voor de werkneemster en het ongeboren kind (art 1.42 Arbobesluit).
Indien de basismaatregelen (zie hoofdstuk 4) voldoende zijn om veilig te kunnen werken in de kantoren dan zijn aanvullende beschermingsmiddelen niet nodig. De actualiteit geeft aan of daar verandering in komt.
Naast niet medische mond-neuskapjes worden in de Arbowet persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) beschreven (Arbobesluit art 8.3).
PBM, in overleg met een deskundige zoals een arbeidshygiënist bepaald, worden ingezet als vastgesteld is dat het werk niet uitgesteld kan worden en er geen andere maatregelen zijn die voldoende bescherming bieden. Het gaat om middelen die medewerkers of juist anderen beschermen tegen besmetting.
Maatregelen Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)
Ventileren is het voortdurend verversen van lucht. De buitenlucht vervangt telkens (een deel van) de binnenlucht die vervuild is door bijvoorbeeld vocht, stof en ziekteverwekkers. Ventileren is mogelijk via natuurlijke ventilatie (bijvoorbeeld roosters, ramen of kieren) of via mechanische ventilatie (ventilatiesysteem)
De werkgever is verantwoordelijk voor de gezonde werkplek en het nemen van de juiste beheersmaatregelen om ervoor te zorgen dat werknemers gezond en veilig kunnen werken (art 3 Arbowet). Dit gebeurt op basis van de actuele kennis van de risico’s en de stand van de wetenschap (art 5 Arbowet)
Maatregelen
De impact van Corona voor medewerkers en organisaties op de kwaliteit van arbeid heeft veel overeenkomsten. Denk aan de mate van flexibiliteit die wordt gevraagd, veranderende werktijden, risico’s en kansen van een mix van thuis- en kantoorwerken, samenwerken op afstand of juist in nabijheid van elkaar. Wanneer de veranderingen in het werk door de coronacrisis langdurig aanhouden, is het van belang specifiek aandacht te besteden aan de risico’s die deze veranderende werksituatie met zich mee brengen.
De veranderende manier van werken heeft invloed op het te voeren arbeidsomstandighedenbeleid dat gericht is op voorkoming en indien niet mogelijk het beperken van psychosociale arbeidsbelasting (PSA).
Maatregelen
Bij vragen om advies of begeleiding van een bedrijfsmaatschappelijk werker neem dan contact op met bedrijfsmaatschappelijk werk of vertrouwenspersoon van het eigen onderdeel.
Voor inzicht in de feitelijke aanwezige risico’s ten aanzien van psychosociale arbeidsbelasting als gevolg van COVID-19 en de maatregelen om deze te beheersen, kan de betreffende risico-inventarisatie en -evaluatie ingezien worden.
Zie ook de Arbocatalogus Werkdruk en overige psychosociale arbeidsbelasting; Link catalogus werkdruk en overige PSA.
Maatregelen
Bij vragen over de inrichting van de werkplek kan de Werkplek tool uitkomst bieden.
De werkplektool geeft aan: